Mahler

Na een moeizaam verlopen periode bij de Metropolitan Opera in New York, keert Mahler terug naar Wenen in gezelschap van zijn echtgenote Alma. Op een treinrit herleeft de vermoeide componist in het voorbij glijdende landschap de vroegere episodes van zijn leven: het verlies van een broer, de dood van een kind, de mentale problemen van een vriend, een ingewikkelde huwelijksrelatie en de moeilijkheden om als jood een carrière op te bouwen in een antisemitische maatschappij. Ken Russell stopt aan de belangrijkste haltes van Mahlers herinneringen, waaronder zijn bekering tot het katholicisme om leider te kunnen worden van het Weense orkest, onder het toeziend oog van een als SS-meesteres geklede Cosima Wagner. Maar hij houdt vooral halt aan het creatieve proces en doet dit op het ritme van de zevende symfonie: de totale en onvoorwaardelijke overgave van Mahler aan de eigenheid van de kunst, die alle aardse beslommeringen overstijgt. Ken Russell presenteert ons een film, gevuld met zowel symbolische als symfonische composities.